VIERING VAN DE ZONDAG

Vierde zondag in de Veertigdagentijd

22 maart 2020

Inleidend woord

Mensen zijn er niet om te leven in de duisternis. En toch is er soms veel wat ons bedrukt en ons onzeker maakt.

Waar is God dan? In Jezus was Hij te zien: in wat Jezus zei en deed. Daarom is God voor ons ‘het licht van de wereld’.

Gebed

Heer,

Vaak zijn wij ‘ziende blind’ en leven wij maar voort. Maak ook voor ons wat van dat slijk en smeer het in onze ogen. Zo zullen wij niet meer wegkijken van de noodlijdende mens op onze weg of zullen wij ons niet meer afvragen waar U bent. Maar zullen wij opnieuw getuigen van Uw goedheid en blijven wij vertrouwen op Uw liefde voor ons.

Amen.

Lezing

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze

Broeders en zusters,

Eens wandelde u in duisternis, nu bent u in het licht doordat u gelooft in de Heer. Leef dan ook als kinderen van het licht.

Het gevolg van leven in het licht kan alleen maar zijn: goedheid, gerechtigheid en waarheid.

Probeer te ontdekken wat de Heer van u verlangt. Neem geen deel aan duistere en onheilzame praktijken, breng ze liever aan het licht.

Psalm 23

De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.

De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort;

Hij laat mij weiden op groene velden.

Hij brengt mij aan water, waar ik kan rusten,

Hij geeft mij weer frisse moed.

De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.

Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden

Omwille van Zijn Naam.

Al voert mijn weg door donkere dalen,

Ik vrees geen kwaad.

Uw stok en Uw herdersstaf zijn mijn troost.

U blijft steeds bij mij.

Evangelie

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

In die tijd zag Jezus in het voorbijgaan een man die blind was van zijn geboorte af.

Zijn leerlingen vroegen Hem: ‘Rabbi, wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders, dat hij blind geboren werd?’

Jezus antwoordde: ‘Noch hij, noch zijn ouders hebben gezondigd, maar de werken Gods moeten in hem openbaar worden. Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht van de wereld.’

Toen Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte met het speeksel slijk, bestreek daarmee de ogen van de man en zei: ‘Ga u wassen in de vijver van Siloam’.

De blinde ging ernaar toe, waste zich en kwam er ziende vandaan.

Buren, farizeeën en Joden stelden hem vragen: Wie heeft u genezen? Waar is die man?

De blinde antwoordde: ‘Wie die man was, een profeet of een zondaar, ik weet het niet. Eén ding weet ik wel: dat ik blind was en nu zie.’

Jezus vernam dat zij hem verhoord hadden en toen Jezus hem weer zag vroeg Hij hem: ‘Geloof je in de Mensenzoon?’ Hij antwoordde: ‘Wie is dat, Heer? Dan zal ik in Hem geloven.’ Jezus zei: ‘Je ziet Hem, hij is degene die met u spreekt.’ Toen zei de man: ‘Ik geloof, Heer.’

Overweging

Zoals de blinde hebben wij wel van Jezus gehoord, maar op vandaag zien wij Hem niet meer. Juist wanneer wij Hem het meest nodig hebben.

Wat zegt ons het evangelieverhaal? Het gaat niet zozeer om een genezing. Het gaat om een andere manier van zien. Hoe kijken wij naar de wereld? Sluiten wij de ogen voor het leed van anderen?

Jezus wordt geraakt door het lijden van de man. Hij raakt hem aan. Hij gaat tekeer tegen het waanbeeld dat de man of zijn ouders gezondigd zouden hebben, dat God ons bespioneert en straft met allerlei kwalen, met ziektes enz.

Jezus laat zien dat God de mens nabij is; Hij schenkt hem het licht.

Beschikken wij, die ten volle onze visuele vermogens kunnen gebruiken, wel over het nodige inzicht om klaar te zien waar het in het leven om te doen is?

Voorbede

Bidden wij om vrede, overal waar die nu niet aanwezig is of ernstig bedreigd wordt.

Bidden wij om levenskansen voor iedereen, ook voor hen die die kansen nu niet krijgen.

Bidden wij voor allen die opkomen voor rechtvaardigheid en vrede

Laat ons bidden …

Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.

Bidden wij voor allen die in goedheid omgaan met hun medemensen en die daarbij ook nog denken aan mensen verderaf.

Bidden wij om de kracht van de Geest die hen doet volhouden, en om de ervaring dat hun inzet niet tevergeefs is geweest.

Laat ons bidden …

Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.

Bidden wij voor de mensen naast ons; voor de mensen in onze omgeving die het moeilijk hebben; voor wie ziek zijn of op een andere wijze door het leven beproefd worden.

Bidden wij om steun en de nabijheid van goede mensen naast hen.

Laat ons bidden …

Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.

Slotgebed

Heer,

De man wiens ogen u opende, werd niet geloofd. Ook onze getuigenis van Uw liefde in ons wordt vaak bestempeld als naïviteit en weggewuifd. Wij voelen ons dan verlaten.

Maak dat het slijk waarmee Gij onze ogen opent, werkzaam blijft in ons. Opdat wij blijven zien waar het écht om gaat in het leven.

Dat vragen wij U, Gij die leeft en heerst in eeuwigheid.

Amen.